Bulletineke Justitia
U bent hier:

De oudste stad van Nederland?

Naarmate men verder teruggaat in de tijd, worden de daaraan verbonden conclusies steeds kwetsbaarder. Zo leeft de discussie: ‘welke stad is ouder: Nijmegen of Maastricht?’ al enige tijd. U zou bijna kunnen stellen dat deze discussie haar geboortedag deelt met het daadwerkelijk ontstaan van deze steden. Over het ontstaan van onze geliefde stad kunnen meerdere boeken geschreven worden. In deze bijdrage zal ik daarom een samenvatting geven over de geschiedenis van Nijmegen en achterhalen of hij de eer van ‘oudste stad van Nederland’ op zich kan nemen. 

Het Romeinse Rijk

Om de geschiedenis en het ontstaan van Nijmegen goed in kaart te brengen, dient eerst een uitstapje gemaakt te worden naar de hoofdstad van Italië: Rome. Het Imperium Romanum ­vindt namelijk zijn oorsprong in deze voormalige stadsstaat, nabij de rivier de Tiber in Midden-Italië.[1] In de eerste eeuwen na de stichting van de stad werd deze bestuurd door koningen. Dit koningschap werd in Rome afgeschaft omstreeks het jaar 500 voor Christus, waarbij de regering over ging op twee jaarlijks wisselende magistraten, de consuls. De macht van deze magistraten werd beperkt doordat zij elkaars handelingen met een veto konden tegenhouden en doordat zij slechts één jaar in functie waren. Ook konden ontevreden burgers deze magistraten aanklagen.[2] Met deze ontwikkeling maakte Rome de transitie van een monarchie naar een republiek, dat op zijn beurt grote gevolgen had voor de uitbreiding van deze stadsstaat.[3] Na deze transitie breidde Rome zich namelijk uit tot een rijk met maar liefst negentig miljoen inwoners, verspreid over grofweg vijf miljoen vierkante kilometer.[4] Deze kolossale omvang vereist wellicht wat illustratie: tel de oppervlakte van Nederland, België en Duitsland bij elkaar op. Doe dit vervolgens nog elf keer. Dit bolwerk aan inwoners, grond en provincies heeft natuurlijk enige structuur nodig om volwaardig te kunnen functioneren. Om dit te verwezenlijken, bouwden de Romeinen verschillende steden door het gehele Rijk. Deze steden waren onderling verbonden met verharde wegen, waarmee een voltallige economie werd bewerkstelligd. Een van deze steden was, u raadt het al, Nijmegen. 

Romeins Nijmegen

Nijmegen – ofwel Ulpia Noviomagus Batavorum – was dankzij de gunstige ligging een belangrijke uitvalbasis voor het Romeinse leger.[5] Mede door deze belangrijke ligging verkreeg Nijmegen, door de regerende Romeinse keizer Trajanus, stadsrechten in het jaar 98 na Christus.[6] Naast uitvalbasis werd Nijmegen gevormd als handelsnederzetting voor het Romeinse castrum. Vandaar ook de naam Noviomagus, dat vrij vertaald ‘Nieuwe Markt’ betekent.[7] Aan het begin van de vijfde eeuw verdwenen de Romeinen uit Nijmegen. Door de val van het Romeinse Rijk – en de daarbij behorende verzwakking van de Romeinse militaire aanwezigheid in Nijmegen – verloor Nijmegen haar belangrijke positie in het stedelijk stelsel. Ten tijde van deze periode waren de economische activiteiten gering en diende Nijmegen louter als uitvalbasis voor de militairen van de Frankische vorst Karel de Grote.[8]

Middeleeuws Nijmegen

Vanaf de Middeleeuwen kregen verschillende plaatsen in het huidige Nederland (opnieuw) stadsrechten, welke werden verleend door de landsheren. In ruil voor het betalen van belasting, verkregen deze steden bijzondere rechten en privileges. Denk hierbij aan het recht op zelfbestuur of eigen rechtspraak, het recht om een stadsmuur te bouwen, om markten te organiseren of om een eigen munt te slaan en tol te heffen.[9] In 1230 verkregen de Nijmegenaren stadsrechten van de Duitse koning Hendrik VII en werd Nijmegen dus ‘wederom’ een stad.[10] Hier ligt dan ook meteen het heikel punt van de discussie, nu Maastricht de Middeleeuwse stadsrechten in 1204 verkreeg.[11] De middeleeuwse stadsrechten worden hedendaags nog altijd gebruikt. 

Conclusie

Zoals hierboven is besproken, valt voor beide kampen iets te zeggen. De stadsrechten, welke zijn verleend in tijden van de Middeleeuwen, gelden nog steeds binnen onze huidige maatschappij en zijn daarmee toonaangevend voor het onderscheid tussen onze dorpen en onze steden. Desalniettemin is Nijmegen (historisch gezien) de eerste stedelijke nederzetting binnen ons kikkerlandje. Daarmee kan Nijmegen, in de brede zin van het woord, aangemerkt worden als de oudste stad van Nederland. Mocht u uzelf dus binnenkort – genietend van een stuk vlaoj – in Limburg bevinden, verdedig dan vooral ons materieel erfgoed.


[1] ‘Ancient Rome’, History 21 augustus 2020.

[2] ‘Een staatkundig overzicht van het Romeinse Rijk (753 V. CHR. – 476 N. CHR.)’, IsGeschiedenis z.j.

[3] ‘Ancient Rome’, History 21 augustus 2020.

[4] ‘Hoe groot was Rome?’ Historianet 30 maart 2017.

[5] H. van Enckevort, ‘Romeins Nijmegen. 500 jaar legerplaats en stad’, Lampas, tijdschrift voor classici, 2020, afl. 53, p. 194 – 240. 

[6] J. Hoekman, ‘Stokoud Nijmegen is kampioen’, Reformatorisch Dagblad 19 juli 2005. 

[7] J. Buylincks e.a., Ach lieve tijd. Twintig eeuwen Nijmegen, de Nijmegenaren en hun rijke verleden, Zwolle: Waanders 1985.

[8] P.M.M. Klep, Tweeduizend jaar Nijmegen. Een stadshistorische beschouwing over religie en economie, Nijmegen: Radboud Universiteit 2005.

[9] ‘Stadsrechten – betekenis en geschiedenis’, Historiek 6 januari 2020.

[10] P.M.M. Klep, Tweeduizend jaar Nijmegen. Een stadshistorische beschouwing over religie en economie, Nijmegen: Radboud Universiteit 2005.

[11] A. van Hooff, ‘Hoe Nijmegen Maastricht aftroefde’, Historisch Nieuwsblad juni 2011.

The post De oudste stad van Nederland? appeared first on Bulletineke Justitia.